De spelregels
- Het territorium van iedere speler bestaat uit 6 kommetjes in de achterste rijen en de 3 meest rechtse kommetjes in de middelste rij.
- Het spel start met 3 knikkers in elk kommetje.
- De knikkers worden verplaatst (‘gezaaid’) volgens de richting van de pijlen in het bijgevoegde plaatje.
- De eerste speler wordt willekeurig gekozen. Deze speler pakt de knikkers uit één van de eigen kommetjes en zaait deze zoals beschreven bij regel 3.
- De speler blijft knikkers in de kommetjes oppakken en uitzaaien volgens de route op het plaatje, tot hij/zij een knikker in een leeg kommetje gooit.
- Alle knikkers van de tegenspeler die in dezelfde kolom liggen als het kommetje waarin de speler is geëindigd mogen nu door de speler worden weggenomen (‘geoogst’). Deze worden in het reservoir aan de rechterzijde van het speelbord gelegd.
- Hierna mag de tegenstander op dezelfde wijze zijn/haar beurt spelen.
- De spelers blijven afwisselend op dezelfde wijze spelen, totdat de kommetjes van één van beide spelers helemaal leeg zijn. De andere speler neemt dan de resterende knikkers van het bord en voegt deze toe aan het eigen reservoir.
- De speler met de meeste knikkers in zijn/haar reservoir wint de spelronde.
Extra: - Indien de spelers het spel willen voortzetten na de eerste ronde, dan zaait de winnende speler de knikkers uit zijn/haar reservoir opnieuw uit op het bord (3 per kommetje) volgens de route, startend links achter op het spel bord. Na het vullen van de 9 kommetjes op het eigen territorium, start de winnaar met het vullen van kommetjes op het territorium van de tegenstander. Deze kommetjes behoren voor de volgende ronde bij het territorium van de winnaar van ronde 1.
NB. Probeer zeker ook eens de variant met 2 knikkers per kom of 4 knikkers per kom.
